Een kleine 42 procent van de Nederlanders heeft een mbo-diploma op zak. In Drenthe, Friesland en Zeeland geldt dat voor ruim 51 procent, terwijl Utrecht slechts 34 procent scoort. In de Groningse gemeente Pekela zijn zelfs twee op de drie inwoners praktisch opgeleid, net iets meer nog dan in Renswoude en op Urk. Er zijn daarentegen 55 gemeenten waar meer theoretisch geschoolden (hbo of wo) wonen dan praktijkmensen. In Bloemendaal is dit verschil het grootst.
Steeds minder jongeren kiezen voor het mbo
Uit CBS-cijfers blijkt dat het aandeel mbo-opleidingen ten opzichte van alle beroepsopleidingen (mbo, hbo en wo) de afgelopen tien jaar is gedaald: van 41,2 procent in 2014 naar 37,6 procent in 2024. Terwijl er destijds nog ruim 491.000 jongeren begonnen aan een mbo-opleiding, zijn dat er nu bijna 15.000 minder.
“Daarmee groeit de kloof tussen wat de maatschappij nodig heeft — vakmensen in bouw, techniek en zorg — en de keuzes die jongeren maken. Juist in een tijd waarin de woningnood, energietransitie en vergrijzing vragen om ‘handen aan het bed en in de bouw’ is deze trend zorgelijk”, stelt een woordvoerder van cvster.nl.
AI maakt bureauwerk overbodig
Veel jongeren kiezen volgens cvster.nl liever voor een hbo-opleiding, omdat die maatschappelijk nog altijd als ‘beter’ wordt gezien dan een mbo-opleiding. Maar veel functies waarvoor hbo’ers worden opgeleid — zoals administratieve, communicatieve of beleidsmatige banen — bestaan voor een groot deel uit repeterend kantoorwerk. Precies het soort werk dat op termijn mogelijk door kunstmatige intelligentie kan worden overgenomen.
Terwijl AI grote delen van de bureaus wegsnijdt, blijven vakmensen die met hun handen werken juist hard nodig. Bovendien worden bepaalde praktische beroepen steeds beter beloond. Denk aan monteurs van zonnepanelen, loodgieters of elektromonteurs: beroepen waarvoor de lonen inmiddels richting of boven de 3.500 euro per maand liggen, soms zelfs meer met overuren of zzp-tarieven. Wie kiest voor het mbo, hoeft dat dus allang niet meer ‘voor minder geld’ te doen.