21e-eeuwse vaardigheden. Zo'n 10 jaar geleden dook de term 21e- eeuwse vaardigheden ineens vaak op. Meestal gelinkt aan het onderwijs, soms ook aan de arbeidsmarkt. Maar wat zijn die zogeheten 21e -eeuwse vaardigheden of 21st century skills eigenlijk?
In dit artikel lees je wat 21e- eeuwse vaardigheden zijn, welke competenties erin samenkomen en geven we concrete tips over hoe je 21st century skills kunt aanleren. Het artikel is vooral handig voor leerkrachten in het basisonderwijs en de onderbouw van het middelbaar onderwijs en voor ouders met opgroeiende kinderen.
Uiteraard kan deze informatie ook voor werkzoekenden nuttig zijn, want 21st century skills zijn ook nu al onmisbaar op de werkvloer. Verwerk de competenties daarom gerust in je cv als je gaat solliciteren.
21e-eeuwse vaardigheden zijn competenties die je nodig hebt om goed te functioneren in de moderne samenleving. Een samenleving waarin digitale technologie en (sociale) media een belangrijke plaats innemen.
Onze leefwereld is totaal anders dan die van onze grootouders. Nieuwe technologieën, online media, robots, artificial intelligence en digitalisering zorgen ervoor dat we onze dagelijkse bezigheden - waaronder ook werk en studie - anders invullen dan vroeger.
Onder invloed van de technologische vooruitgang en groeiende digitalisering, schuift onze samenleving steeds meer op van een industriële naar een kennis- en netwerksamenleving.
Goed functioneren in deze moderne samenleving verlangt nieuwe vaardigheden: 21e -eeuwse vaardigheden. Vaardigheden die je nodig hebt op school, bij een vervolgstudie en op de werkvloer. Maar ook als consument, als burger in contacten met de overheid en als burgers onderling.
Vaardigheden die je in staat stellen informatie te beoordelen, veilig online zaken te regelen, effectief samen te werken en technologieën in te zetten als oplossing voor je probleem.
Kennisnet en het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) hebben een model ontwikkeld met daarin de 11 competenties die samen de 21st century skills vormen.
Kinderen moeten zelfstandig komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen. Daarvoor zijn denkvaardigheden nodig (informatie begrijpen en op waarde schatten) en een kritische houding (redenen en oorzaken achterhalen, ruimdenkendheid) met een gezonde reflectie op het eigen denkproces.
Buiten gebaande paden denken, nieuwe samenhangen kunnen zien en vanuit een ondernemende houding risico’s durven nemen. Daar waar standaardoplossingen niet meer voldoen, moeten kinderen creatief leren denken zodat zij later in staat zijn om complexe (maatschappelijke) kwesties op te lossen.
Problemen opmerken, onderzoeken en definiëren, oplossingen bedenken, analyseren en selecteren, beargumenteerde beslissingen nemen. Probleemoplossend vermogen hoort ook bij eigenaarschap tonen.
De kinderen van deze generatie zullen vaak computertechnologie inzetten om hun leven makkelijker te maken. Daarbij is het handig dat zij die computertechnologie meenemen in hun probleemoplossing. Daarvoor moeten kinderen leren hoe ze problemen logisch kunnen benaderen en het probleem zo kunnen formuleren dat een computer of ander digitaal hulpmiddel de oplossing kan zijn.
Een informatiebehoefte kunnen signaleren en analyseren en op basis hiervan relevante informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken. Bijvoorbeeld bij het voorbereiden van een spreekbeurt of het schrijven van een profielwerkstuk.
De werking van computers en netwerken begrijpen, kunnen omgaan met verschillende soorten technologieën en de bediening ervan en de mogelijkheden en beperkingen van technologie begrijpen. Hieronder valt ook je online mappenstructuur logisch inrichten, goede wachtwoorden aanmaken en je DigiD-app gebruiken.
Kinderen hebben kennis, vaardigheden en de juiste mentaliteit nodig om bewust, kritisch en actief om te gaan met media in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Welke media kun je waarvoor inzetten en welke informatie kun je wel of beter niet delen?
Succesvol, effectief en efficiënt communiceren verlangt dat je boodschappen doelgericht overbrengt en begrijpt, adequaat omgaat met verschillende communicatiestijlen en mensen, de juiste communicatiemiddelen inzet en effectief gebruikmaakt van ICT-middelen.
Tegenwoordig zijn we altijd en overal met elkaar verbonden en neemt communicatie een grotere plaats in dan ooit tevoren. Succesvol communiceren betekent daarom ook dat je je bewust bent van hoe groot en divers je communicatiebereik is.
Kinderen moeten leren dat informatie zich online snel verspreidt, je boodschap soms verkeerd begrepen wordt en het appje naar een vriendin een andere stijl heeft dan een e-mail naar een leraar of instantie.
Een gezamenlijk doel realiseren en anderen kunnen aanvullen en ondersteunen bij het bereiken van het doel. Zowel fysiek als online.
Op het voortgezet onderwijs werken kinderen volop digitaal samen. En ook op de werkvloer is digitaal samenwerken op afstand (over landsgrenzen heen) steeds belangrijker geworden.
Effectief samenwerken draait om feedback kunnen vragen, geven en ontvangen, respectvol communiceren, onderhandelen, afspraken maken en nakomen.
Effectief kunnen leren, werken en leven met mensen van verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden.
Daarvoor is het nodig dat je inlevingsvermogen hebt, belangstelling toont voor andere culturen en opvattingen, respect hebt voor andere visies en gedragingen en je bewust bent van je eigen en de collectieve verantwoordelijkheid in de samenleving.
Het heft in handen nemen: zelfstandig handelen en verantwoordelijkheid nemen voor je leer- en ontwikkelproces. Doelen stellen, een leer- of actieplan maken, initiatief en doorzettingsvermogen tonen, bijsturen en evalueren.
Zelfregulering is sowieso een vaardigheid die kinderen moeten ontwikkelen, maar de toenemende individualisering zorgt er nog eens extra voor dat kinderen zelf het roer moeten pakken.
Wanneer het in de media gaat over leerlingen voorbereiden op de arbeidsmarkt (en het leven an sich), gaat het al snel over digitale geletterdheid. Soms ontstaat daardoor verwarring over de termen 21e-eeuwse vaardigheden en digitale geletterdheid.
Met digitale geletterdheid worden vier van de 21st century skills samengepakt, te weten:
Digitale geletterdheid maakt daarmee onderdeel uit van de 21e-eeuwse vaardigheden. Digitale geletterdheid is noodzakelijk om te functioneren in een maatschappij die zich in toenemende mate online afspeelt.
Maar leerlingen, studenten en werknemers hebben ook de overige 7 competenties nodig. Het is minstens zo belangrijk dat leerlingen leren hoe zij zichzelf op een positieve manier kunnen ontwikkelen en uitdrukken. En dat ze leren reflecteren op de maatschappij, kritische vragen kunnen stellen en hun eigen mening vormen zodat zij hun eigen leven vorm kunnen geven.
Kortom, 21e-eeuwse vaardigheden draaien niet alleen om digitale vaardigheden.
Mediawijsheid is het slim en veilig inzetten van alles wat te maken heeft met nieuwe media, sociale media, internet, smartphones en tablets.
Het gaat ook over kennis over hoe je deze media moet inzetten om je doelen te bereiken op het gebied van gezondheid, geld, werk, vrije tijd, zelfontplooiing, opleiding, identiteit, binding, persoonlijke relaties en maatschappelijke relaties.
Daarvoor moeten kinderen leren hoe zij:
Netwerk Mediawijsheid heeft de vaardigheden en de toepassingen vastgelegd in het mediawijsheid competentiemodel (afbeelding in pdf).
Digitalisering en robotisering hebben nu al invloed op de arbeidsmarkt en die invloed zal de komende decennia alleen maar toenemen. In distributiecentra verdwijnen banen doordat logistieke robotsystemen het werk overnemen. Vertaalsoftware knabbelt aan de werkgelegenheid voor tolken en vertalers. Vergelijkingssites voor verzekeringen maken tussenpersonen misbaar en melkrobots nemen veehouders flink wat werk uit handen.
Aan de andere kant moeten bovengenoemde toepassingen worden bedacht, ontwikkeld, getest en onderhouden. En dat genereert juist weer banen. Al met al brengt de technologische vooruitgang kansen en risico’s met zich mee:
Je voelt hem al aankomen: om mee te komen in de huidige maatschappij heb je niet langer genoeg aan taal, rekenen en andere traditionele schoolvakken. De nieuwe wereld vol digitale uitdagingen heeft haar eigen normen en waarden.
Aan ons allen de taak om daarmee te leren omgaan. En omdat de veranderingen elkaar snel opvolgen, is het belangrijker dan ooit dat je in staat bent om een leven lang te leren.
Dat begint thuis bij de ouders. Daar doet het kind zijn eerste ervaringen op met tablets en computers, leert het communiceren, problemen oplossen, creatief denken etc.
Later komt school erbij als waardevolle aanvulling. Daar doen kinderen elementaire kennis op en bouwen ze verder aan hun basisvaardigheden.
Met het ouder worden krijgt ook de bredere sociale omgeving een rol. In deze combinatie van school, thuis, vrienden, bijbanen en de eerste regelzaken als burger, leert het kind volop en breidt het gestaag zijn 21e-eeuwse vaardigheden uit.
21e-eeuwse vaardigheden zijn al op jonge leeftijd nodig. Daarom kun je niet wachten met het aanleren van deze vaardigheden totdat kinderen hun schooltijd hebben afgerond en klaar zijn om hun carrière aan te vangen.
Al tijdens de school- en studietijd zijn 21st century skills onmisbaar. Het is van belang dat kinderen creatief en kritisch leren denken, leren omgaan met de constante afleiding van digitale media, online informatie leren opzoeken, beoordelen en verwerken en nieuwe sociale vaardigheden aanleren nu de wereld groter is geworden en intercultureel samenwerken de nieuwe norm lijkt.
Aan ouders en leerkrachten de schone taak om de jongste generatie klaar te stomen voor een toekomst vol digitale technologieën.
“Zo jongens en meiden, het rekenboek mag aan de kant. Tot de pauze gaan we aan de slag met onze 21e-eeuwse vaardigheden.”
Tja, en wat ga je dan doen?
Hoe leer je die 11 competenties aan?
21e-eeuwse vaardigheden aanleren vraagt om 21e-eeuws onderwijs. Onderwijs waarbij het minder draait om kennisoverdracht (zoals bij het aanleren van taal en rekenen), maar vooral gaat over het begeleiden van leerlingen bij hun leerproces. Daarbij moet de leerling zelf kennis opdoen. Leren hoe hij complexe problemen kan oplossen in een authentieke leeromgeving waarin hij samenwerkt met klasgenoten.
Deze manier van leren moet je als leerkracht zien te integreren in een onderwijssysteem waarin kennisoverdracht vooralsnog centraal staat en leerlingen getoetst worden op vooraf gestelde doelen. Maar wat is het kwantitatieve einddoel van kennisontwikkeling? Vooralsnog zijn die nieuwe kerndoelen er niet en zullen leerkrachten 21e-eeuwse vaardigheden moeten verweven met bestaande vakken en activiteiten.
Hoe kun je leeractiviteiten verrijken zodat leerlingen worden uitgedaagd actief met de lesstof aan de slag te gaan?
De taxonomie van Bloom is een mooi uitgangspunt. Het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling (SLO) toont volop tips voor leerkrachten op hun website.
Bron: https://talentstimuleren.nl/thema/stimulerend-signaleren/rijke-leeractiviteiten/bloom
Gelukkig zijn er online volop tips en tools te vinden om leerkrachten op weg te helpen. Hieronder volgt een stappenplan vol linkjes naar diverse websites om je te helpen met het integreren van 21e-eeuwse vaardigheden in het onderwijs:
Met de quickscan voor leraren van het SLO kun je ontdekken in hoeverre je 21e-eeuwse vaardigheden al meeneemt in je lessen. Weten waar je nu staat en welke vaardigheden je wel en niet aan bod laat komen, geeft je handvatten om de competenties structureler te integreren in je lessen.
Dit is een lastige, vooral omdat het tijdrovend is om per leerling exact vast te stellen in hoeverre het de verschillende vaardigheden in de vingers heeft.
Wil je er serieus mee aan de slag, dan kun je bijvoorbeeld rubrics (beoordelingsschalen) gebruiken om de verschillende onderdelen van een vaardigheid te beoordelen. Op de website leerling2020.nl staan voor vier vaardigheden uitgewerkte rubrics die je kunt gebruiken. Voor de overige zeven vaardigheden zou je kunnen overwegen om zelf rubrics op te stellen.
Is het opstellen van rubrics een brug te ver? Je kunt ook met je leerlingen in gesprek gaan over hun vaardigheden en zo vaststellen wat ze al kunnen en weten. Denk aan:
Verdiep je in de 11 competenties zodat je weet wat ze inhouden. Kennisnet heeft bijvoorbeeld een aantal online workshops voor leraren samengesteld waarin ook de vertaalslag naar lesgeven wordt gemaakt. Klik door voor de workshops informatievaardigheden, computational thinking en mediawijsheid.
Vaak kun je het aanleren van 21e-eeuwse vaardigheden verwerken in reguliere lessen en activiteiten. Denk aan:
En in de groepsdynamiek van een klas wordt er ook doorlopend een beroep gedaan op de sociale en communicatieve vaardigheden van leerlingen.
Maar soms is het goed een bepaalde vaardigheid er even uit te lichten en er gericht mee aan de slag te gaan. Lesmaterialen genoeg, we hebben er hieronder een aantal voor je verzameld.
Om je tot slot nog van wat inspiratie te voorzien, sluiten we af met per 21st century skill een overzicht van nuttige lesmaterialen. Daarnaast is dit artikel met tips van September Onderwijs voor zowel leerkrachten als ouders een inspiratiebron vol aansprekende tips.
Lesmaterialen kritisch denken:
10 praktische tools om leerlingen kritische denkvaardigheden aan te leren volgens de aanpak van Cognitive Research Trust (CoRT).
Lesmaterialen creatief denken:
Creëer een rijke leeromgeving en stimuleer leerlingen om zelf oplossingen te bedenken en zich creatief te ontwikkelen.
Lesmaterialen probleem oplossen:
Daag leerlingen uit met vakoverstijgende opdrachten met een maatschappelijk thema. Ze volgen de design thinking methode om van probleem naar oplossing te komen.
Lesmaterialen digitale geletterdheid:
Wikiwijs heeft een handig startpunt om lesmaterialen te ontdekken over digitale geletterdheid.
Voor het basisonderwijs is dat: https://www.wikiwijs.nl/startpagina/dgpovo/
Voor het voortgezet onderwijs is dat: https://www.wikiwijs.nl/startpagina/dgpovo/#1596830453321-af629bfa-d90e
Daarnaast vind je via de pagina AppNootMuis speciale taallessen. Daarmee kun je de reguliere lessen van de taalmethode vervangen: ze werken aan hetzelfde taaldoel en zijn verrijkt met digitale geletterdheid. Een mooie manier om digitale geletterdheid te integreren in het taalonderwijs.
Lesmaterialen communiceren:
Zit er verschil tussen het communiceren met een mens en een chatbot? Interactieve lessen over spraakcomputers geven leerlingen hier inzicht in.
Lesmaterialen samenwerken:
Bekijk de voorbeelden over samenwerken in de lessen taal, rekenen en gym op leraar24.nl. Of bekijk hoe samenwerken in een expertlesop het voortgezet onderwijs eruitziet. De werkvormen in de expertles nodigen leerlingen uit om op een gevarieerde en actieve manier samen te werken en te leren (Activerende Didactiek Samenwerkend Leren).
Lesmaterialen sociale & culturele vaardigheden:
De website Lessonup.com biedt volop interactief lesmateriaal over sociale & culturele vaardigheden. Bouw bijvoorbeeld een mini-maatschappij in de klas. Ook het SLO heeft een aparte pagina met voorbeeldmaterialen over burgerschap, identiteit en diversiteit.
Lesmaterialen zelfregulering:
Op Onderwijskennis.nl is een uitgebreid artikel over zelfregulering te vinden met verwijzingen naar methoden om leerlingen cognitieve en metacognitieve vaardigheden aan te leren.
Ook ouders kunnen hun kind helpen bij het ontwikkelen van 21e-eeuwse vaardigheden. Enkele tips voor ouders die hun kind willen ondersteunen bij het aanleren van 21e-eeuwse vaardigheden:
Tot slot nog een drietal verdiepende artikelen over 21e-eeuwse vaardigheden voor wie zich écht wil vastbijten in het onderwerp:
Wil je meer artikelen van CVster.nl lezen over vaardigheden en competenties? Klik door naar ons blog vol interessante artikelen.